In de middeleeuwen droegen sommige kinderen al een militair uniform lang voordat ze oud genoeg waren om te vechten. Niet omdat ze moesten vechten, maar omdat hun sociale status hen een bijzondere rol in het leger gaf. Deze jonge officieren, afkomstig uit adellijke of koninklijke families, waren geen echte legerleiders, maar hun aanwezigheid diende een duidelijk doel: het prestige van hun familie verzekeren en hen voorbereiden op een militaire toekomst. Uiteraard gaven ze niemand bevelen, maar hun titel maakte duidelijk dat ze later een belangrijke rol in het leger zouden spelen. Het was ook een manier om de aanwezigheid en betrokkenheid van de adel binnen de troepen te bevestigen.
Kinderofficier zijn ging verder dan alleen een mooi uniform dragen. Velen kregen al op jonge leeftijd militaire opleiding: ze volgden soldaten, leerden de basisprincipes van gevechten en strategie en namen zelfs deel aan oefeningen.
De geschiedenis heeft sporen nagelaten van deze kinderen in uniform. Zo kreeg Matthias van Habsburg, de zoon van keizer Maximiliaan II van het Heilige Roomse Rijk, al op jonge leeftijd een militaire titel. Zijn aanwezigheid toonde de sterke band tussen zijn familie en het keizerlijke leger.
Museums In the Park. Alle rechten voorbehouden.