Tijdens de Eerste Wereldoorlog bracht een Belgische uitvinding een revolutie teweeg op het slagveld: gepantserde voertuigen, bewapend met kanonnen en machinegeweren. Dit waren auto-kanon-mitrailleurs (AKM), ontworpen in 1914 door vindingrijke Belgische officieren. Ze vormden een unieke militaire eenheid, die snelheid en vuurkracht combineerde als nooit tevoren.
Maar terwijl de oorlog op het Westfront vastliep in loopgraven, bleken deze snelle pantservoertuigen daar weinig nut te hebben. Tot Rusland hun potentieel zag. Op verzoek van het Russische leger stuurde koning Albert I deze elitetroepen als teken van steun en bondgenootschap naar het Oostfront.
Op het Oostfront vochten deze gemotoriseerde soldaten mee in grote veldslagen. Ze voerden talloze verrassingsaanvallen uit en groeiden uit tot een gevreesde eenheid. Ondanks hevige gevechten raakten ze slechts één pantservoertuig kwijt!
Maar in 1917 slaat de situatie om. De Russische Revolutie breekt uit, de tsaar wordt afgezet en een burgeroorlog begint. De Belgische soldaten zaten vast in Rusland en konden niet via land terug naar huis. Hun enige uitweg? Een maandenlange reis door Siberië. Pas in juli 1918, na een jaar vol avonturen, keerden ze eindelijk terug naar België.
Leuk weetje: Enkele van deze soldaten werden later beroemd. Julien Lahaut, toekomstig leider van de Belgische Communistische Partij, en Marcel Thiry, schrijver en dichter, maakten deel uit van deze buitengewone missie.
Museums In the Park. Alle rechten voorbehouden.